In februari 2024 nodigde Read Shop eigenaar HarmJan Veenstra mij (Claudia Stinne) uit om weer in de winkel aanwezig te zijn voor een Meet & Greet ter gelegenheid van de promotie van mijn tweede boek ‘Reizend het jaar door‘. Omdat het tijdens mijn aanwezigheid de week van het korte verhaal was, kwam HarmJan op het idee om een schrijfwedstrijd in het leven te roepen. In diverse media en op onze eigen social media kanalen riepen we op om een verhaal van maximaal 500 woorden in te sturen, rondom het thema ‘reizen’. Maar liefst 11 mensen waagden zich aan een wedstrijdverhaal.
Hieronder vind je het verhaal van de winnaar van de tweede prijs:
Het teken – Cornelis Everaars
“Kom ons aan het eind van de dag hier maar weer ophalen, “ zei de sjamaan tegen de taxichauffeur, terwijl ze uitstapten.
Ze waren aangekomen op Cutimbo, een mysterieuze prehistorische plek vlakbij Puno aan het Titicacameer in Peru. Het was nog wel een flink stuk klimmen, voor ze op een plateau uitkwamen met zeker 50 steencirkels. Ergens tussenin stond een Chullpa, een torentje van ongeveer 3 meter doorsnee, ongeveer 5 à 6 meter hoog en opgebouwd uit grote onregelmatige stenen. Aan één kant was een lage smalle ingang, waar je nét kruipend door kon. Naast de ingang was een poema uitgehouwen in de muur.
Hier zou hij vandaag een sjamanistisch healingritueel ondergaan met een spirit animal.
Ze gingen zitten op de grote steen, een paar meter voor de doorgang, wachtend op een teken.
Na een tijdje landden er drie vogeltjes voor de ingang.
“Is dit het teken ?” vroeg hij.
“Ja”, zei de sjamaan, “Heb nog even geduld”
Pas na enkele minuten vlogen de vogels naar binnen. Meteen gingen ze er achteraan.
Hem werd gevraagd zijn ogen sluiten en gesloten houden. Eenmaal binnen, moest hij ter oriëntatie, de wand aftasten tot hij helemaal rond was. De stenen voelden ruw aan. Halverwege was een overhangend plateau op ongeveer twee meter hoogte. Middenin de ruimte lag een grote, platte steen. Als hij helemaal was rondgegaan, mocht hij daarop gaan zitten.
Hij merkte, met zijn ogen dicht, dat het binnen donker was.
“Goed,” zei de sjamaan, “Ik wacht buiten op je. Als je voelt dat het klaar is, kom je weer naar buiten. Eerder niet.”
Het werd stil, doodstil. Hij had geen flauw idee wat er komen zou.
Het leek wel of het uren duurde, zijn geduld werd echt op de proef gesteld. Moest hij nu opgeven en naar buiten gaan, was alles dan voor niets geweest?
Maar toen gebeurde het, razendsnel.
Als in een windvlaag ‘zag’ en voelde hij door de ingang een zwarte poema binnen sluipen, die onmiddellijk veranderde in een zwart silhouet met een cape en een groot zwaard. Met houwbewegingen sloeg het wild om zijn lichaam heen, alsof er touwen werden doorgesneden.
En net zo snel als het kwam, veranderde het silhouet weer in de poema die langzaam naar buiten sloop, terwijl de wind voelbaar ging liggen. Het was weer stil. Zijn lichaam begon te ontspannen.
Terwijl zijn ogen al die tijd gesloten waren, voelde hij nu licht naar binnen schijnen.
Langzaam opende hij zijn ogen. Een zachte lichtstraal scheen tussen de stenen door precies op de plek waar hij zat. Tranen biggelden over zijn wangen.
Rustig stond hij op en kroop naar buiten waar de sjamaan zat te wachten. De drie vogeltjes kwamen naar buiten en vlogen weg.
De sjamaan vroeg hem, recht in zijn ogen kijkend: “En, hoe was het”?
Het antwoord stokte bijna in zijn keel: “Het was ongelofelijk krachtig en helend”!
“Mooi”, zei de sjamaan, en zwijgend liepen ze terug naar beneden, waar de taxi al klaar stond.
0 reacties